Esther Feenstra is orthopedagoog bij INOS. Zij komt in haar werk op bijna al onze scholen. “Ik draag mijn steentje bij om een leerling verder te helpen. Daarvoor werk ik samen met de leerkracht en de intern begeleider van de school. Maar ook spreek ik met ouders en natuurlijk de leerling zelf. Wat ik heel prettig vind in dit werk is dat ik zo veel verschillende mensen ontmoet en het geeft mij voldoening om iets voor hen te kunnen doen dat er echt toe doet.”
Bij INOS kan de orthopedagoog ingezet worden als een leerling bijvoorbeeld niet goed mee kan komen met de lesstof. Of als het welbevinden van een leerling onder druk staat. Esther voert ook onderzoeken uit bij leerlingen als nog niet duidelijk hoe een leerprobleem moet worden aangepakt. “Het is heel fijn dat ik op mijn eigen manier invulling kan geven aan mijn werk. Het is ook heel afwisselend werk, geen dag is hetzelfde. Dat draagt bij aan mijn werkgeluk. Wat ik altijd bijzonder vind is als ouders en collega’s herkennen en erkennen wat ik zie.“
Positieve psychologie
Esther heeft onlangs de cursus positieve psychologie gedaan. “Als ik word ingeschakeld is er iets mis. Dat hoort nu eenmaal bij mijn werk. Als iets mis gaat zijn er ook vaak negatieve emoties en gedachten. Dat is een valkuil die ik ook wel ken: Je richt je op dat wat niet goed is en wat je daar dan nog aan kan doen. Dat wil ik graag ombuigen. Bij deze cursus leerde ik op zoek te gaan naar sterke kanten, wat er wel mogelijk is.
Bij de start van een traject heb ik altijd een gesprekje met een kind. Waar ik eerst meer gericht was op het onderzoeken van het probleem ben ik nu veel bewuster bezig met het creëren van een fijne sfeer en het onderzoeken wat wel goed gaat. Ik stel vragen als ‘Wat wil jij graag leren?’ en ‘Waar ben jij goed in?’
In de gesprekken met leerkrachten en ouders probeer ik ook de sterke kanten te zoeken en samen te kijken wat er wel goed gaat. Bijvoorbeeld als er wordt gezegd: ‘Peter begint nooit zelf aan zijn werk.’ Mijn vraag is dan of dat echt altijd zo is of dat er ook momenten zijn dat het wel lukt.
Ik zie dat het soms lastig is om te benoemen wat goed gaat, in de gevallen dat ik erbij wordt geroepen is de situatie vaak al ernstig. Dat er een probleem is, dat is dan wel duidelijk. Maar het probleem mag er ook zijn en daar gaan we wat aan doen. Het helpt om die andere kant te vinden, wat er goed gaat. Vaak zit daar al een deel van de oplossing. Dat samen zien, geeft mij een goed gevoel.”