‘Mijn naam is Marysia Krzeszewski. Dat is geen reguliere Bredase achternaam. Mijn opa was soldaat in het leger van generaal Maczek en kon na oorlog niet terug naar Polen. Maar hij had in de oorlog mijn oma leren kennen en voor bewezen dienst kreeg hij toen zijn Nederlandse nationaliteit. Ik ben geboren en getogen in Breda’.

Wat betekent die Poolse lijn voor jou?

‘Het speelt nog wel een rol in mijn leven. In mijn jeugd waren wij altijd wel bezig met familie in Polen met pakketten bij elkaar verzamelen. De verbondenheid met die familie is er nog steeds. Ik ben opgegroeid in een gezin als middelste van drie meiden. Mijn ouders hadden totaal geen affiniteit onderwijs maar wij zijn allen drie in het onderwijs beland. Op mijn achttiende leerde ik mijn vriend kennen. We zijn nu zesentwintig jaar samen, hebben twee kinderen, Friso en Lizalotte.

Ik werk intussen al weer 21 jaar op de Griffioen in Prinsenbeek. Daar werk ik met heel veel plezier. Ik ben bij de kleuters begonnen en heb ook gewerkt in andere groepen t/m 5. In al die jaren had ik veel verschillende taken en rollen. Nu ben leerkracht van groep 4, onderwijscoördinator en verder ben ik betrokken nog bij het auditen’.

Je noemt verbondenheid. Hoe werkt dat voor jou? Die verbondenheid, hoe kijk je daarmee naar je werk?

‘Verbinding, dat betekent voor mij: we hebben allemaal hetzelfde doel. Samen met mijn collega’s  goed onderwijs geven. Samen nadenken hoe we dat aanpakken en de weg uitzetten waar iedereen achterstaat. Dat vind ikzelf heel belangrijk en is iets waar ik mij wel altijd mee bezig heb gehouden. Recht van de pabo wilde ik al die stip op de horizon: hoe gaan wij de dingen anders doen?  Je wilt gewoon dat elke leerling gewoon gelukkig is, zich goed ontwikkelt, daar streef je samen naar. Verbondenheid met ouders is een voorwaarde, we hebben allemaal hetzelfde doel.

Ik vind ook wel dat je altijd moet werken aan die relatie met ouders en collega’s. Die relaties zijn voor mij heel belangrijk want als die goed zijn dan kan je ook verder bouwen. Ik vind het heerlijk om iets nieuws te beginnen, helemaal blanco starten. In een nieuwe groep hoor je nieuwe ideeën. Jij hebt zelf ideeën, je versterkt elkaar wat het plan alleen maar beter maakt. Dat geeft mij energie’.

Je hebt je door de jaren heen sterk gemaakt om je eigen kennis te vergroten. Wat heb je allemaal gedaan?

‘Op mijn eerste school in Gorinchem hebben we ons (toen al) verder geprofessionaliseerd op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid, Dat was in die tijd erg vooruitstrevend. Later ben ik de jong risicokind opleiding gaan doen. Ik heb ook pedagogiek gestudeerd. Toen kwamen de kinderen en heb ik een tijdje ouderschapsverlof genomen. Ook heb ik de opleiding tot leescoördinator gedaan’.

Wat neem je naast al die kennis mee naar de audit? Wat is jouw toegevoegde waarde?

‘Dat is dan mijn interesse in toekomstig onderwijs. Ik lees daar veel over en praat er graag met anderen over. Ik ben nieuwsgierig naar hoe anderen het in hun school doen. Om te kijken waarom het daar wel lukt en ergens anders niet. Wat ik zo interessant vind is dat het onderwijs van vandaag ogenschijnlijk niet veel verschilt met het onderwijs van zestig jaar geleden terwijl de maatschappij en samenleving wel heel erg veranderd is. Hoe komt dat dan? Wat ik ook zie is dat het kinderbrein heel erg aan het veranderen is’.

Is het kinderbrein veranderd? Of hebben de omstandigheden rond het kind, zijn die zo anders waardoor het kinderbrein anders lijkt?

‘Het zijn vooral de veranderende omstandigheden. Ik vind dat je daar je onderwijs op moet aanpassen. Je kunt bijvoorbeeld niet meer uren achter elkaar zittend en luisterend bezig zijn want dat past gewoon niet meer bij deze generatie. De spanningsboog is veranderd, dan ben je ze kwijt. Ook het willen en durven nemen van initiatief is veranderd. Ze zitten vaak steeds allemaal in rijtjes of groepjes met een vinger in de lucht. Hoe kan dat nou dat wij dat nog steeds doen? Is dit nog steeds passend en wenselijk? Is het jaarstofleerklassensysteem nog wel passend bij deze tijd?’

En dat is wat jij toevoegt: jij stelt eigenlijk die vraag?

‘Juist. Ik wil niet zeggen dat alles wat vernieuwend is beter is, maar wil daar wel graag het gesprek over voeren’.  

Nieuw is het waarderend onderzoek dat na de audit volgt. Hoe heb jij dat ervaren? 

‘Het mooie aan het waarderend onderzoek is dat je uitgaat van de successen van de scholen. Er gebeuren heel veel mooie dingen op onze scholen. Dat zit in de cultuur van de school en is heel waardevol om bij stil te staan. Dat doen wij eigenlijk te weinig in ons dagelijks werk. We staan te weinig stil wat onze kracht nou is omdat wij dat als ‘gewoon’ ervaren. Wij praten er met een team over, dan stellen wij vooral veel vragen. Je merkt dan dat het voor hen een soort eyeopener is: “hé, maar eigenlijk is dat wel heel bijzonder wat wij hier doen”. Mooi als je dat op tafel krijgt en er samen bij stil kunt staan, dat levert hele mooie gesprekken op. Je merkt in zo’n gesprek de flow van een team, de trots en blijdschap. Het maakt echt iets los bij het team. Zo van: Dat doen we toch zo maar goed! Heerlijk om die flow en die energie te ervaren’.

Hebben jullie daar een vragenlijstje voor? Of kregen jullie een opleiding?

‘Wij hebben geen kant en klare vragenlijst daarvoor. We hebben training gehad van een coach  om te leren hoe we die goede vragen moeten stellen.  
Scholen mogen zelf hun succesfactoren benoemen. Zij hebben er zelf al een aantal gegeven en die hebben we geprioriteerd’.

Hoe zorg je er voor dat een school haar kracht in gaat zetten?

‘Vanuit de audit blijkt wat de sterke punten van de school zijn. In het waarderend onderzoek kijken we welke factoren ten grondslag liggen aan de sterke punten en successen. De school zelf kijkt dan hoe zij deze succesfactoren kunnen inzetten bij ontwikkelpunten. Dat is misschien nog wel het meest interessante aan dit proces: hoe die verbinding dan gemaakt gaat worden.

Als je op een school binnen komt voor een audit dan kan dat best spannend zijn voor een team. Voor het team en voor auditors. Het is goed om te beseffen dat deze manier van kwaliteitszorg is bedacht om te kijken hoe de school er voor staat. We maken als het ware een foto van de school en kijken daar waar er een verbeterslag mogelijk is. Wij begrijpen dat het spannend is als iemand over je schouder meekijkt. Maar zoals elk mens heeft ook elk team zo zijn blinde vlek. Voor zowel de goede dingen als dat wat misschien beter kan. En dan is het fijn als iemand je helpt om een volgende stap te kunnen maken. Alleen samen maken we het onderwijs beter voor onze leerlingen. Elke dag weer’.

Recommended Posts