Spelenderwijs wijzer worden

Bas van den Broek is leerkracht op basisschool Effen. Na 11 jaar heeft hij een bewuste keuze gemaakt voor een overstap naar een kleinere basisschool met een andere schoolcultuur. We spraken met Bas over de kracht van creativiteit en kritisch blijven kijken naar je onderwijs. “Ik hou ervan om telkens vooruit te denken, om te verbeteren.

Het vuur opstoken

Als er te weinig beweging is, dan raak ik gedemotiveerd. Dan zoek ik een andere weg. Op een gegeven moment zijn we op mijn vorige school bijvoorbeeld met TopOndernemers gaan werken. Ik en ook andere enthousiastelingen wilde daar wel eens grotere stappen bij maken. Maar het lukte niet altijd om al mijn collega’s mee te krijgen. Ik voelde mijzelf daarin dan wel eens belemmerd. 

Leuk en leerzaam

Ik liep denk ik veel te ver voor de troepen uit in de vorige school. Ik zag allemaal mogelijkheden om het onderwijs te verrijken, om meer thematisch werken in te voeren. Ik was daar vaak al mee bezig in mijn klas en kon aantonen dat kinderen duidelijk meer betrokken waren, dat ouders enthousiast waren en dat de resultaten er op vooruit gingen. Voor wereldoriëntatie werd bijvoorbeeld gewerkt met een lesboek en een opdrachtenboek. Ik dacht bij mezelf. Dat kan anders. Vanuit betrokkenheid en met veel plezier wil ik de kinderen graag iets leren. Het is je vak om leren leuk te maken wat mij betreft. Op Effen werkten we met 4xWijzer. Leuk, maar ik twijfel of kinderen hier ook echt van leren. Gaan ze Willem van Oranje kleien, maar weten ze nog steeds niet wie hij was. Ik wil dat leren leuk is én dat ze er iets van opsteken. Sinds dit schooljaar werken we voor o.a. wereldoriëntatie met schoolbrede thema’s van 6 weken. Het ontwikkelen van deze thema´s gekoppeld aan de SLO-doelen geeft mij veel energie, maar die haal ik ook zeker uit de enthousiaste reacties van leerlingen en ouders. 

Laten groeien

Wat mij dreef om in het onderwijs te gaan werken, weet ik eigenlijk niet. Ik heb me op een gegeven moment ingeschreven bij de Pabo in Tilburg, die bekend stond om hun probleem-gestuurd onderwijs. Als ik er zo over nadenk, dan is het altijd wel mijn drive geweest om kinderen te laten groeien op een speelse manier. Kinderen geven directe feedback. Je merkt meteen of een aanpak aanslaat.

Wie ik ben

Ik was als kind al heel creatief. Ik vond het leuk om mijn eigen vorm te vinden. Ik wilde vroeger het liefst bij het animatieteam van Center Parcs gaan werken. Toneel en theater zijn grote hobby’s van me. In de klas gebruik ik die kwaliteiten niet gericht, maar het zal vast onbewust meespelen in hoe ik mijn klassenmanagement inricht.
In mijn jeugd voelde ik mij regelmatig buitengesloten. Op de middelbare school was ik vaak eenzaam. Dat heeft er vast mee te maken dat ik nu zoveel aandacht schenk aan sociale veiligheid in mijn groep. Ik let erop dat kinderen elkaar bewust opzoeken vanuit verschillen, dat ze nieuwsgierig zijn naar wat anders is.
Ik heb elk jaar een leuke klas! Misschien wel omdat ik altijd zorg voor de goede sfeer. Dingen doen en laten ervaren. Je kunt wel de methode volgen, maar je kunt ook zelf iets bedenken. Iets waar kinderen op dat moment door ‘aan gaan staan’. Die manier van werken hoort bij mij. Ik ben een entertainer ook. Ik wil kinderen een leuke tijd bezorgen. Ik hou er niet van om alles volgens het boekje te doen. Ik wil laten zien dat er meerdere werkelijkheden naast elkaar bestaan.’

Het moet betekenisvol en doelmatig zijn

Ik vind het prima als een collega kritisch is. Graag zelfs. Juist door het gesprek met elkaar aan te gaan, kun je allebei leren. Ik koos bewust voor Effen. Kinderen worden hier echt betrokken bij hun leren. Sinds dit schooljaar zijn we op Effen gestart met het nieuwe onderwijsconcept Fonk. De manier van werken op Effen sloot al voor een groot deel aan bij de waarden die bij Fonk centraal staan: groei, verantwoordelijkheid, ontdekken en verbinding. Er is hier een veilig leerklimaat en kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd. Onder andere ook door het werken met Snappet doelen voor rekenen, spelling en taal ipv het werken met methodes. Hoe je ermee omgaat, maakt het verschil. Kinderen leren, omdat ze de doelen willen halen. Ze zijn betrokken en helpen elkaar. Ze zijn bewust bezig met hun eigen leerdoelen op hun eigen niveau. Ik kijk waar kinderen zijn in het proces en begeleid hen om een volgende stap te zetten. Zo was laatst een meisje met dyslexie die één procentje gegroeid was in haar leerdoelen spelling. Ze kreeg hiervoor een applaus van de klas. Dat zegt veel over wie we als school zijn. Het gaat erom hoe je kinderen nieuwsgierig houdt en voldoende uitdaging biedt. Met een duidelijk doel voor ogen: dit is wat jullie aan het eind van de basisschool moeten kennen.’ 

Van elkaar leren

Of ik over 10 jaar nog voor de klas sta, weet ik niet. Misschien heb ik dan wel een hele andere functie in het onderwijs, iets creatiefs, bezig met innovatie en ontwikkeling of een meer coachende rol. Of buiten het onderwijs… Tot nu toe geniet ik nog volop van wat ik doe. Ik krijg er energie van. Fijn is ook dat je voor langere tijd een zelfde klas begeleidt. Anders dan in het vmbo waar ik ook even heb gewerkt. Ontwikkeling is essentieel voor mij. Ik ben niet zo van opleidingen volgen. Ik duik liever ergens zelf in, maar dan moet het wel zin hebben. Zo heb ik me onlangs verdiept in close reading en hoe ik dat kan gebruiken in mijn lessen. Als het gaat om leren en verbeteren, denk ik dat we binnen INOS eens wat vaker bij elkaar op school moeten gaan kijken. Of een keer ergens invallen. Dan kun je ook meteen zien wat het beste bij je past. Die wisselwerking, in de vorm van mobiliteit en intervisie gesprekken levert veel op denk ik. Ga eens bij een andere groep 7 kijken en ontdek hoe een collega het aanpakt. Zeker als je bevlogen bent, is het super interessant om eens bij de buren te kijken.’ 

Op mijn plek

Ik ben hier op mijn plaats omdat ik hier mijn eigen koers kan volgen. Het is dezelfde koers als die van Fonk. Samen met mijn collega’s geef ik invulling aan dit onderwijsconcept, wat zo goed past bij mijn visie op onderwijs. Maar soms gaat het voor mij nu wel eens te snel. Blijkt nu dat ik hier juist degene ben die op de rem trapt en vraag om meer planmatig werken. Als je niet oppast vliegt het alle kanten op.

Wat telt

Ik ben tevreden als kinderen mij niet meer nodig hebben als ze naar de middelbare school gaan, als ze terugkijken op een plezierige schooltijd. En daarnaast ook nog eens op cognitief gebied, op hun eigen niveau, vooruit gaan. Dus groeien in resultaten, dat is iets wat ik regelmatig zelf bijhoud. Als ze uit zichzelf willen leren en het niet voor mij doen. Het verschil tussen basisschool en middelbare school is naar mijn gevoel te groot geworden. Ik zou tegen ouders en docenten van leerlingen willen zeggen, kom eens hier kijken en sluit daar dan beter op aan. De titel van mijn scriptie (PABO) was ‘Spelenderwijs wijzer worden’. Dat is nog steeds waar ik voor sta.” 

Het belang van de dingen bespreekbaar maken

In gesprek met Jack Stander, die 44 jaar in het onderwijs heeft gewerkt. Hij spreekt over zijn ervaringen, ook als schoolleider bij INOS en zijn visie op verbinden.

Jack Stander was directeur van Kbs De Boomgaard. Daarvoor was hij directeur van Ons sbo bij INOS (tot 2017). “Ik wens mijn opvolger net zo veel plezier in zijn werk als dat ik heb gehad! Ja, dat wens ik hem echt toe”.