Skaten in een oude Bredase kerk: ‘Een unieke setting’

BREDA – Pols-, knie- en elleboogbeschermers aan, helm op en skaten maar. Leerlingen van groep 6, 7 en 8 van KBS De Parel krijgen dinsdagochtend in de voormalige kerk aan het Monseigneur Nolensplein een skateclinic in het kader van verkeersveiligheid.

Slalommend tussen een paar helmen door of skatend over een wankelende plank vermaken de kinderen zich uitstekend. Ook als er eentje op de grond ligt is het lachen en meteen weer opstaan. Lerares Joke Koenraad kijkt tevreden toe. 

Ze is lid van de verkeerscommissie op basisschool De Parel, die de activiteit samen met Skate-A-Way organiseert. “Elk jaar proberen we iets te organiseren rondom verkeersveiligheid. Op deze manier zijn de kinderen in beweging, hebben ze lol en leren ze ook weer wat over veiligheid.”

‘Unieke setting’

Gerwin Elesen van Skate-A-Way begeleidt samen met anderen van het bedrijf de kinderen tijdens de clinic. Normaal gesproken geeft Elesen de clinics buiten op straat. Nu staat hij in de oude kerk, wat volgens hem ook iets speciaals heeft. “Het is een unieke setting. Zo maak ik het niet vaak mee. Meestal is het op het schoolplein of een pleintje in de buurt.”

Vorige week gaf Elesen ook een clinic bij De Parel. Toen hebben de kinderen uitleg gekregen over onder andere remmen, draaien en kregen ze valtraining. De basis noemt hij het. Elesen geeft meerdere clinics per week op scholen en is blij dat hij ondanks corona door kan blijven gaan. 

“De kinderen zijn al veel dingen ontnomen dit jaar door corona. Dan is het mooi dat dit soort activiteiten nu wel door kunnen gaan.”

De R van Rosmolen

De R van Rosmolen

In een hoek van de centrale hal zit een groep leerlingen een spel te spelen. Zij zitten in ‘de Leerwinkel’. Deze leerlingen kunnen wat extra uitdaging gebruiken en onderzoeken zo welke vaardigheden zij daar bij nodig hebben.

Rust

Zij zitten daar lekker rustig, deels afgeschermd door de verrijdbare materiaal- en kapstokkasten waarmee de hal in stukken is verdeeld.
De grote hal, waar het grootste deel van de lokalen op uitkomen, wordt de hele week door gebruikt. Er is geen rooster, de groepen maken er allemaal door en met elkaar gebruik van. Als je even alleen wilt werken, dan is er een stilteplek in de bibliotheek.

Regelmaat

De leerwinkel op de Rosmolen is voor iedereen met een speciale onderwijsbehoefte. Directeur Marietje Moll vertelt: “In de leerwinkel krijgen leerlingen een steuntje in de rug, hulp om hun leerproces op te starten wanneer zij dat nodig hebben. Daarmee kunnen zij door in de klas. Zo krijgen startende lezers daar hulp (groep 2/3) als het leesproces stagneert. En voor alle leerlingen is er hulp als het gaat om executieve functies. Dit aanbod wordt verzorgd door de onderwijsassistent of een leerkracht die voor dat moment vervangen wordt door de assistent. Ook is er wekelijks een moment waarop de MHB specialist beschikbaar is. Samen zorgen wij er op onze school voor dat de leerwinkel elke week open is.”

Ruimte

De school groeit, er was al een 3+ groep, twee groepen drie en in januari gaan we in de kleuterbouw  uitbreiden tot 3 units groep 1&2. Kober biedt voor- en naschoolse opvang op de Rosmolen en had een eigen lokaal. Die ruimte had directeur Marietje Moll eigenlijk nodig om uit te kunnen breiden. De oplossing was om ​gezamenlijk gebruik te maken van de hal in de school; Buiten Schoolse Opvang en Voor Schoolse Opvang.  De inrichting 2.0 van Kober vormt samen met de wensen van de school een prachtig Speelleerplein voor multifunctioneel gebruik. Die komt overigens vooral van IKEA maar ook van een meubelmaker. Deze zomer is de hal eerst helemaal geschilderd in rustige meer gedempte kleuren.

‘Laten we kijken waar we elkaar kunnen ontmoeten en versterken’

Kober is een maatschappelijke kinderopvangorganisatie met meer dan 185 locaties in Zuid West Nederland. Als voortrekker in het creëren van een doorgaande ontwikkel- en leerlijn werkt Kober samen met gemeenten, aanverwante partners en onderwijsorganisaties, zoals INOS. We spreken met Marjolein Goossens, regiomanager bij Kober, over de samenwerking, de ontwikkelingen in de sector en de verwachtingen voor de toekomst.

Overeenkomsten en verschillen

Marjolein: ‘We hebben al jarenlang een plezierige samenwerking met de scholen van INOS. Daarbij werken we op steeds meer locaties toe naar kindcentrum ontwikkeling. Daarin zorgen leerkrachten en pedagogisch medewerkers samen voor een ononderbroken ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Hoewel er nog zeker sprake is van verschillen, zie ik dat de werelden van kinderopvang en basisonderwijs elkaar in toenemende mate weten te vinden. We hebben andere wet- en regelgeving, zijn afhankelijker van de economische ontwikkelingen dan het onderwijs, maar we delen tegelijkertijd een zelfde gedrevenheid om optimale ontwikkeling van kinderen te ondersteunen. Het onderwijs richt zich primair op leerdoelen.

De kinderopvang heeft een arbeidsmarkt functie en richt zich hoofdzakelijk op de pedagogische ontwikkeling van kinderen. Onderwijs moet voldoen aan de normen van de onderwijsinspectie. Wij hebben te maken met de Wet IKK (innovatie en kwaliteit kinderopvang). Ik zie natuurlijk ook dat ouders bij de kinderopvang hun eisen stellen, dat ze waar voor hun geld willen. Dat beeld dat kinderopvang duur is, zit ons in de weg. Mede omdat mensen de werkelijke kosten van het onderwijs niet weten. Als je alleen verschillen ziet, is het moeilijker om verbinding te maken. Naar mijn idee kom je niet veel verder als je alleen focust op de belemmeringen voor samenwerking. Het geeft veel meer energie als we ons richten op onze gezamenlijke droom en daar samen de schouders onder zetten.

Gezamenlijk verhaal, gezamenlijk beeld

Pedagogisch medewerkers zijn voor kinderen een constante factor. Zij volgen kinderen in de regel veel langer dan een leerkracht op school. Als ik vroeger op zaterdag langs het voetbalveld stond, zag ik ook de BSO medewerker staan, die iedere dag spelactiviteiten organiseerde met de kinderen en met wie de kinderen vertrouwd waren geraakt. Ik zou het fijn vinden als onze medewerkers wat meer in zouden zien hoe belangrijk ze zijn in het leven van kinderen. Dat hun professie er echt toe doet. Kober is een merk. Wij hebben een gezamenlijke identiteit en gedeelde afspraken om de kwaliteit die we belangrijk vinden op al onze locaties zichtbaar en voelbaar te maken. Zo veel eenheid is in het primair onderwijs vaak niet aan de orde, omdat scholen ook hun eigen identiteit hebben. Uniformiteit en voorspelbaarheid is voor ons wezenlijk, omdat ouders dat verwachten en omdat we onze continuïteit willen borgen, onafhankelijk van medewerker verloop. We hebben leidende pedagogische principes en doelen waar we onze professionals op trainen, waaronder het ontwikkelen van zelfstandigheid van kinderen. Daarbij hebben we herkenbare bedrijfskleding en streven we ernaar om overal hetzelfde verhaal te vertellen. We beseffen dat de buitenwereld bepaalde beelden van ons heeft. Daarom zijn we nadrukkelijk met onze identiteit aan de slag gegaan. Die focus op een gezamenlijke uitstraling is er niet voor niets. We willen dat medewerkers herkenbaar zijn als Kober professionals en ook op die manier kunnen worden aangesproken door ouders. Dat wil nog wel eens botsen op scholen, omdat onze onderwijscollega’s dat soms zien als gebrek aan wil om samen te werken. In overleggen tussen directeuren en unitmanagers gaat het wel eens over verschillende definities van woorden. We vinden elkaar uiteindelijk in de laag daaronder. De match tussen onderwijs en kinderopvang is vrijwel vanzelfsprekend goed.

Afstemmen op wat kinderen nodig hebben

Op de locaties zien we de mooiste ontwikkelingen gebeuren, omdat er wordt gewerkt vanuit een gezamenlijke overtuiging, omdat leerkrachten en pedagogisch medewerkers afstemmen op wat kinderen nodig hebben. We zien gedeelde visies en beleidsplannen, gezamenlijke studiedagen en trainingen. Je ziet dat peuters al meedraaien in de groepen 1 en 2 en er worden allerlei thema’s en activiteiten op elkaar afgestemd. Die beweging vanuit de aanwezige motivatie willen we verder stimuleren. Uitgangspunt is: wat vinden we voor alle kinderen van belang? Wat gunnen we ieder kind en hoe gaan we daar samen aan bijdragen? Kobers ambitie is de beste kansen bieden voor ieder kind. We willen bereikbaar zijn voor alle kinderen, op zoveel mogelijk locaties. Ook in wijken waar andere kinderopvang aanbieders niet aanwezig zijn. We hebben een signaalfunctie wanneer de ontwikkeling anders verloopt dan verwacht. Ik kom uit de jeugdhulpverlening. Wat ik daar gezien heb, is: zorg dat je problemen vóór bent. Elke investering die je op jonge leeftijd doet, betaalt zich het 10-voudige terug voor de samenleving. Ben je in beeld, wat heb jij nodig? Laat kinderen met elkaar spelen vanuit verschillende achtergronden. Het motto ‘Ik ben, omdat wij zijn’ van INOS past ons dan ook perfect. Het sluit aan bij onze ambitie.

Werken vanuit de bedoeling

Onze maatschappelijke rol willen we overeind houden, versterken en zichtbaar maken. In de opleidingen en cursussen voor medewerkers en in de eisen die we stellen aan de ruimte bijvoorbeeld. Onder de kapstok van ons pedagogisch beleid hebben we een inrichtingsplan gemaakt, waarin we met deskundigen en onze medewerkers hebben nagedacht over indeling, materialen, ergonomie en esthetische uitstraling. We willen dat onze visie als het ware van de muren is af te lezen, dat ouders in de vorm van de ruimte ervaren waar we voor staan. Waar je ook komt, zie je warme kleuren, thematische hoeken en toegankelijke materialen. Dat maken we al in de babygroepen tastbaar, onder andere doordat kinderen daar al zelf materialen kunnen pakken en zich vrij kunnen bewegen en op ontdekkingstocht kunnen gaan.

Wij geloven in de kracht van kinderen, dat ze heel veel zelf kunnen. We geven kinderen graag een stem, onder andere in de vorm van Kinderraden. Daarin mogen ze meepraten over het activiteitenaanbod of bijvoorbeeld over de inrichting van locaties. Ouders zien dat onze aanpak werkt. En ze kunnen terecht met hun vragen bij onze medewerkers. Laat ons die rol nemen en jou als ouder ondersteunen als partner in opvoeding en ontwikkeling. Iedereen moet zich thuis voelen. Dat betekent dat we op een respectvolle manier keuzes maken, bijvoorbeeld wat betreft eten en drinken. Daar waar het kan, leggen we ouders uit waarom we doen wat we doen.

Kracht van de community

We hebben te maken met een grote diversiteit aan klanten, cq ouders. We hebben ouders die heel solidair en begripvol zijn tot ouders die uit alle macht hun recht willen halen. Het zou goed zijn als duidelijker wordt hoeveel wij inzetten op brede ontwikkeling en versterking van kansen. Het zou helpen als kinderopvang een basisvoorziening wordt. En het zou helpen als we beter kunnen laten zien wat we tot stand brengen met partners in Breda. Alle initiatieven die we nemen, waardoor kinderen samen kunnen spelen, sporten en dansen. We moeten kijken naar wat kinderen van nu nodig hebben. Daarom werken we samen met culturele instellingen, sportverenigingen, maar ook met plaatselijke ondernemers.
Ik zou op termijn een 0-6 locatie willen, een speel-leerlocatie volgens Deens model, waar kinderen in een buitengebied zich naar hartenlust kunnen ontplooien. Tot we dat waar kunnen maken, zullen we het moeten doen met meer pragmatische verbindingen. Kijken waar we elkaar in het middengebied ontmoeten en kunnen versterken. De mooiste initiatieven zie ik juist in wijken waar gebruik wordt gemaakt van bestaande oude gebouwen, waar je vanaf de grond iets nieuws kan opbouwen. Waar ouders zelf betrokken zijn en meehelpen om het tot een succes te maken. Dan heb je het niet over wat is van jou en wat is van mij. Dan maak je er gewoon samen het beste van.

De verbinding zoeken

Wij hebben net als het onderwijs te maken met tekort aan medewerkers. Daarom kijken we naar nieuwe oplossingen, nieuwe doelgroepen waar we ons op richten, zoals studenten van de kunstacademie of van opleidingen in de sector natuur en milieu. Het levert meerwaarde op voor kinderen en we zorgen op die manier voor voldoende aanwas van nieuwe medewerkers. Ik denk dat pedagogisch medewerkers een belangrijke rol kunnen spelen in het ondersteunen van leerkrachten. We zijn met INOS in gesprek hoe we mensen samen kunnen opleiden en multi-inzetbaar kunnen laten werken. Als we vanuit gelijkwaardigheid co-creatie zoeken, hebben beide partijen daar de voordelen van en zorgen we met elkaar voor integrale ontwikkeling.

Natuur-geïnspireerd educatieprogramma FONK goed voor elk kind

Onze samenleving is de afgelopen decennia snel en ingrijpend veranderd. Kinderen van nu ontwikkelen zich daardoor op een andere manier dan voorheen. Het huidige systeem van onderwijs, kinderopvang en jeugdzorg ondersteunt niet alle kinderen genoeg in hun ontwikkelbehoeften. Stichting INOS (Breda) en Wij zijn JONG (Eindhoven) startten daarom met de ontwikkeling van FONK, een educatief programma dat kinderen en jongeren (0-21 jaar) beter voorbereidt op de toekomst. Het biedt een leeromgeving waarin zij optimaal de cruciale competenties voor de wereld van morgen kunnen ontwikkelen. De natuur is daarbij een belangrijke inspiratie- en activatiebron.

FONK vindt het antwoord op de veranderde ontwikkelvraag van de nieuwe generatie overwegend in de natuur. Als veelzijdige en betekenisvolle omgeving om in te groeien. En als verbinding tussen het ‘binnen en buiten’ van het individu. Studies tonen aan dat de natuur, vanwege de specifieke en bijzondere kenmerken, alle kinderen goed doet. Het ondersteunt hun ontwikkeling, zowel cognitief, sensomotorisch als sociaal-emotioneel. Zo dragen bijvoorbeeld de gevarieerde sensomotorische ervaringen in en met natuur wezenlijk bij aan de taalontwikkeling. Verder ondersteunt natuur de ontwikkeling van brede persoonskenmerken, zoals veerkracht, flexibiliteit, doorzettingsvermogen, (zelf)vertrouwen, zelfstandigheid en inventiviteit. Dit zijn cruciale competenties die alle kinderen helpen goed om te gaan met uiteenlopende situaties. Bovendien ontwikkelt een kind zich maximaal als het lekker in zijn vel zit en met hoge betrokkenheid actief is.

Binnen het FONK-programma brengen de kinderen met elkaar een substantieel deel van de tijd buiten door. Daar richten de kinderen zich op activiteiten die gekoppeld zijn aan de natuur van zowel de omgeving als die van het kind zelf. Er is een grote rol weggelegd voor spelen, bewegen, onderzoeken en beleven van de natuur en het landschap.

Belevingswereld en interesse
Nicole van Son, voorzitter College van Bestuur van INOS: “Het onderwijs van nu loopt tegen een aantal vraagstukken aan. Kennis veroudert snel, hoe de wereld er over twintig jaar uitziet, weet nog niemand precies. Wat moet je de jeugd meegeven? Daarnaast ontwikkelt de nieuwe generatie zich onder invloed van technologie en digitalisering anders dan voorheen. Het traditionele klassikale onderwijs sluit steeds minder aan bij de belevingswereld en interesse van kinderen. Tot slot worstelen veel onderwijsprofessionals met de implementatie van Passend Onderwijs. Zeker wat betreft kinderen die gedrag vertonen waarmee zij laten zien dat zij behoefte hebben aan een andere benadering.”

Groter welbevinden en betrokkenheid
Joël van Raak, directielid van Wij zijn JONG, vult aan: “Er is in onze samenleving een groeiende behoefte aan andere, aanvullende vormen van ontwikkeling van kinderen en jongeren. Opvoeders zoeken naar formules die beter passen bij hun kind en die aansluiten bij competenties die kinderen en jongeren in de toekomst nodig hebben. FONK geeft antwoord op de ontwikkelbehoefte van de huidige generatie. FONK zet de natuur in als middel om te komen tot optimale educatie op maat, wat leidt tot een groter welbevinden en betrokkenheid bij kinderen en hun ouders/opvoeders, leerkrachten en pedagogische medewerkers. FONK is erop gericht om kinderen op te laten groeien tot zelfstandige, sociale en bekwame volwassenen.”

FONK-vlaggenschip Kbs Effen
De komende twee schooljaren wordt Kbs Effen, vlakbij Breda, ontwikkeld tot een FONK-vlaggenschip. Vanuit dit vlaggenschip wordt het FONK-concept na een intensieve test- en evaluatieperiode verder uitgerold in Nederland. Lieke Gruyters, locatieleider Kbs Effen: “Wij voelden ons direct aangetrokken tot het gedachtegoed van FONK. Het strookt uitstekend met de ervaringen die wij zelf opdeden met natuur-geïnspireerd onderwijs. Daartoe kijken we met zorg naar de inrichting van de speelruimtes in en om de school. De ruimtes worden zo ingericht dat deze de kinderen en jongeren laten ervaren dat de natuur een onmisbaar en waardevol onderdeel van het leven op aarde is. Het mooie van het FONK-programma vind ik bovendien, dat het verder gaat dan dat. Het programma vertrekt echt vanuit het kind. Wat is zijn/haar optimale omgeving om zich in te ontwikkelen? Daarbij zoekt FONK actief de verbinding met alles wat zich om de leerling heen beweegt: kinderopvang, onderwijs, ouders, jeugdzorg, de directe (leef)omgeving van de school, tot aan overheden en natuurorganisaties. Samen creëren we de verbinding die leidt tot de optimale en persoonlijke leeromgeving van het kind.”